Feesten

Deze site is een tijdelijke oplossing om de preken van Marcel bereikbaar te maken. Klik op een link, om de desbetreffende preek te lezen. Sorry, de opmaak van de preken is nog lang niet in orde, en alle preken van Goede Vrijdag staan in het C jaar.
Indien u de preek op een klein scherm wil lezen, komt de preek niet naast, maar onder de reeks linken. U zal dus naar beneden moeten scrollen.

PINKSTEREN  -  7 en 8 juni 2003

 Zusters en broeders,

 Naar aanleiding van Pinksteren 1944 schreef een gedetineerde vanuit een Berlijnse gevangenis een brief.
De briefschrijver was een jonge Duitse dominee.  Hij maakte deel uit van een verzetbeweging tegen Hitler.  En hij was een van de eersten geweest die de manier waarop de Joden door de nazi's behandeld werden, had aangeklaagd.
Hij was gevangen genomen en hij zat toen al meer dan een jaar in voorarrest.
De brief uit de gevangenis was gericht aan zijn verloofde, Maria von Wedemeyer.  Hij schrijft haar onder andere het volgende:
"Liefste Maria,
Wat zou ik u en mij naar aanleiding van Pinksteren kunnen toewensen?
Ik ga nu iets zeggen wat mij maar zelden over de lippen komt, maar waar ik geen andere woorden voor heb: Ik zou wensen dat dit Pinksterfeest voor ons beiden gezegend zou zijn.  Zegen, dat betekent: zichtbare, speurbare, werkzaam wordende nabijheid van God.  Zegen wil doorgegeven worden.  Hij gaat op andere mensen over.  Wie gezegend is, die is ook zelf tot zegen.  En dat willen wij zijn voor de mensen die aan ons zijn toevertrouwd.  Mensen die op ons rekenen, op onze inzet en op ons gebed.  Er is niets groters dan een mens die een zegen is voor andere mensen, vindt jij dat ook niet?  Iemand die niet alleen een hulp is voor een ander, een tochtgenoot, een vriend, -maar iemand die een zegen is.  Dat is veel meer.  Zo hoop ik dat het in ons huwelijk ook zal zijn.  En daarom willen wij bidden.  Zo willen we dan Pinksteren vieren" (1).

 Een van de dingen die me opvallen in deze Pinksterbrief, is het feit dat Bonhoeffer hier spreekt over de heilige Geest op een heel speciale manier.  Over de Geest zelf wordt er rechtstreeks niets gezegd.  Bonhoeffer spreekt over datgene wat er van die H. Geest soms zichtbaar kan worden onder ons.
Als de Geest over een mens komt, als de Geest een mens bezielt, dan wordt die mens voor andere mensen een zegen.
Die overtuiging is veel ouder dan Bonhoeffer en zijn brief.  Je vindt die al heel duidelijk in het Nieuwe Testament.
Aan het begin van Jezus' openbaar leven plaatst Lucas een verhaal over zijn optreden in de synagoge van Capharnaum.  Hij leest daar een tekst voor uit het boek van de profeet Jesaja.  Die tekst begint met deze zin:
"De Geest des Heren rust op mij
Hij heeft mij gezalfd".
En dan volgt daar onmiddellijk op wat dat voor een zegen voor mensen zal zijn:
"Hij heeft mij gezonden
om aan armen goed nieuws te brengen
om gevangenen hun vrijheid aan te zeggen
aan blinden het daglicht
om onderdrukten vrij te laten
en om het jaar van Gods gunst af te kondigen." (Luc. 4: 16 vv.)
De Geest die op Jezus rust zal voor mensen een zegen zijn.  Lucas plaatst dat aan het begin van Jezus' openbaar leven.  Als een programma.  En dat programma is inderdaad ook uitgevoerd.
Bij Marcus staat er bv.: "De mensen zeiden: Geweldig wat hij allemaal doet.  Hij maakt dat doven horen en stommen doet hij spreken." (Marcus 7: 37)  Jezus van Nazareth is, door de Geest gedreven, inderdaad voor mensen een zegen geweest.
Bonhoeffer weet: Wie, door diezelfde Geest, de Geest van Jezus is bezield, die wordt ook zelf een zegen voor mensen.  En dat wenst hij zichzelf en zijn verloofde ook toe, op Pinksteren 1944: dat ze voor mensen een zegen mogen zijn.
En: is daar iets van terecht gekomen, van die Pinksterwens van 59 jaar geleden?
Daar is een eerste antwoord op dat even brutaal is als het leven zelf soms zijn kan en dat antwoord is: neen.

Het huwelijk van die twee is voor mensen geen zegen geweest.  Het is er namelijk nooit gekomen.  De briefschrijver heeft het volgende Pinksterfeest, het jaar daarop, zelfs niet meer meegemaakt.  Op 9 April 1945 is hij opgehangen in het concentratie kamp van Flossenburg.  Hij was 38 jaar.  Als je cynisch wil zijn zou je kunnen zeggen: hij heeft niet veel tijd meer gehad om voor mensen een zegen te zijn.
Maar een eerste antwoord is nog niet altijd een volledig antwoord.
Een maand na zijn dood heeft Duitsland zich over gegeven.  Wat er toen van dat zogenaamde 1000 jarig rijk van de nazi's overbleef was een land dat volkomen geruïneerd was.  En wat misschien nog erger was: De Duitse bevolking ging toen pas goed beseffen wat er in die voorbije jaren allemaal was aangericht.  Wat er met miljoenen Joden was gebeurd, met zigeuners, met homoseksuelen en met die talloze anderen die door het regime waren gebruikt, misbruikt, gefolterd, uitgehongerd, afgemaakt.  De naam alleen al van Duitser en van Duitsland leek voor goed besmeurd te zijn en besmet.  (20 jaar later heb ik de schaamte hierover bij sommige Duitsers nog gezien)
Duitse auteurs als Heinrich Böll en Günther Grass vroegen zich af of hun taal nog wel bruikbaar was, of ze niet hopeloos, onherstelbaar was bedorven door de propaganda van de nazi’s.  Wie kon er met goed fatsoen bv nog een woord als 'Führer' gebruiken, of het woord 'Endlösung'?  De woorden waren door het nazisme volkomen verkracht en vervalst.
Maar er was ook dit: diezelfde taal was ook de taal geweest waarin mensen als Bonhoeffer hun gedachten en gevoelens hadden geuit.  Die besmeurde taal was ook de taal geweest waarin zij getuigenis hadden afgelegd.
Nog geen drie maanden na het einde van de oorlog hield de Engelse bisschop Bell die een vriend van Bonhoeffer was geweest, een herdenkingsdienst voor hem in een Londense kerk.  Die dienst werd door de BBC uitgezonden.  Een Engelse dienst voor een Duitser.  Op dat moment.  Dat dit nog kon, dat was toen voor velen in Duitsland een teken van hoop. (2)
En zo is Bonhoeffer dan toch geworden wat hij zichzelf en Maria von Wedemeyer voor Pinksteren 1944 had toegewenst: dat ze voor mensen een zegen zouden zijn.  AI was het dan wellicht een andere zegen dan hij had gedacht.  En wat zou ik u en mij, op dit Pinksterfeest, beter kunnen toewensen dan dit: dat ook wij, door de Geest bezield, voor elkaar, voor mensen, een zegen zouden zijn?

Amen.

Marcel Heyndrikx SVD

 

(1)       Bonhoeffer D. - von Wedemeyer M: Brautbriefe. München, Beck, 1993, pp. 185.

(2)       Bethge D.: Dietrich Bonhoeffer. Eine Biographie, München, Kaiser, 1989, pp. 1039 s.

 

© Marcel Heyndrikx - Iedereen mag deze preken en teksten gebruiken mits ze vrij en gratis voor iedereen toegankelijk blijven.